Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bom·ex·pert
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bomexpert bomexperten
bomexperts
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bomexpertm

  1. iemand die veel verstand heeft van het produceren, gebruiken of onschadelijk maken van bommen
    • Bomexperts brachten daarna in het lege Old Trafford het verdachte pakketje op gecontroleerde wijze tot ontploffing.[1] 
    • Anders dan in Afghanistan is de dreiging van bermbommen ook laag en als dat zou veranderen, zal Defensie de capaciteit van de bomexperts uitbreiden.[2] 

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen