boerenfluitjes
- Geluid: boerenfluitjes (hulp, bestand)
- IPA: / ˈburə(n)ˌflœycəs / (4 lettergrepen)
- boe·ren·fluit·jes
- boerenfluitje met uitgang -s
de boerenfluitjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord boerenfluit
- ▸ Socioloog Jan Brands schreef Een splinter van de ziel (Brands, 1995) over de band, omdat hij geïnspireerd raakte door deze groep jongens die 'wereldmuziek' maken op hun boerenfluitjes, door gewoon thuis te blijven.[1]
- De uitdrukking "op z'n janboerenfluitjes" is gevormd volgens het patroon "op z'n … -s" en is zo eigenlijk afgeleid van boerenfluitje.
- Het woord 'boerenfluitjes' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Jack Poels (ed. Tim Neutelings)“Groots in eenvoud.” (2015), hfst. Conclusies over dertig jaar oeuvre van Rowwen Hèze