• boe·ren·fluit·jes

de boerenfluitjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord boerenfluit
     Socioloog Jan Brands schreef Een splinter van de ziel (Brands, 1995) over de band, omdat hij geïnspireerd raakte door deze groep jongens die 'wereldmuziek' maken op hun boerenfluitjes, door gewoon thuis te blijven.[1]
  1.   Weblink bron
    Jack Poels (ed. Tim Neutelings)
    “Groots in eenvoud.” (2015), hfst. Conclusies over dertig jaar oeuvre van Rowwen Hèze