Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • boe·ken·uit·ge·ve·rij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boekenuitgeverij boekenuitgeverijen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de boekenuitgeverijv

  1. bedrijf dat manuscripten van schrijvers bewerkt tot boeken, deze laat drukken en laat verkopen in boekwinkels
     Ondertussen blijft de onderliggende vraag over interne geldstromen binnen FvD onbeantwoord, zegt Botje: "Heeft Baudet samen met zijn kompanen geld van leden en subsidies gebruikt om zijn eigen boekenuitgeverij op te bouwen, en mag dat?"[1]
     WPG Uitgevers schrijft dat onder Derksens leiding VI is uitgegroeid tot een succesvol mediamerk, met een televisieprogramma, een radiostation, een website en een boekenuitgeverij. De komende 4 jaar blijft Derksen nog columnist en blijft hij hoofdredacteur van de boekenuitgeverij.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “'Controle politici staat nog in de kinderschoenen'” (Woensdag 19 oktober, 17:59), NOS
  2.   Weblink bron “Derksen vertrekt in augustus bij VI” (Dinsdag 26 februari 2013, 16:04), NOS