boekenrek
- boe·ken·rek
- samenstelling van boek en rek met het invoegsel -en- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boekenrek | boekenrekken |
verkleinwoord | boekenrekje | boekenrekjes |
het boekenrek o
- eenvoudige boekenkast zonder achterschot waarin je o.a. boeken kunt opbergen
- Ik heb in de woonkamer een eenvoudig boekenrek gemaakt dat geklemd staat tussen twee muren.
- Het woord boekenrek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "boekenrek" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be