Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • blust na
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
nablussen

blust (...) na

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nablussen
    • Jij blust na. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nablussen
    • Hij blust na. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van nablussen
    • Blust na!