• bloms·ter·bud
  • Afleiding van het Noorse zelfstandige naamwoord bud met het voorvoegsel blomster-
Naar frequentie > 50000
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   blomsterbud     blomsterbudet     blomsterbud     blomsterbuda
blomsterbudene  
genitief   blomsterbuds     blomsterbudets     blomsterbuds     blomsterbudas
blomsterbudenes  

blomsterbud o

  1. (handel) bloemenbode

blomsterbud, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van blomsterbud