bloemenverkoper
- bloe·men·ver·ko·per
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bloemenverkoper | bloemenverkopers |
verkleinwoord | bloemenverkopertje | bloemenverkopertjes |
- (beroep) verkoper van bloemen
- Het woord bloemenverkoper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.