Nederlands

 
1. Een bloembinderij in Winschoten.
Uitspraak
Woordafbreking
  • bloem·bin·de·rij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bloembinderij bloembinderijen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de bloembinderijv

  1. bedrijf waar bloemstukken worden gemaakt
     De belangstelling voor de bruidsbeurs op de tweede etage van het splinternieuwe Park Hotel is dan ook enorm. Ongeveer zevenhonderd mensen, vooral vrouwen, verdringen zich rond de stands van bloembinderij Rooze voor al uw bruidsboeketten, van Dompseler exclusief vervoer voor trouwerijen, luxe bakkerij Van Dongen voor de taart, Marisca uw kapster aan huis en natuurlijk Susil’s bruidsatelier, die alles heeft georganiseerd.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Bruidsklokken” (20 maart 2007) op nrc.nl