bloeit uit
- Geluid: bloeit uit (hulp, bestand)
- bloeit uit
vervoeging van |
---|
uitbloeien |
bloeit (...) uit
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbloeien
- Jij bloeit uit.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbloeien
- Hij bloeit uit.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitbloeien
- Bloeit uit!
- Het woord bloeit uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.