Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • blijf dood
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
doodblijven

blijf dood

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doodblijven
    • Ik blijf dood. 
  2. gebiedende wijs van doodblijven
    • Blijf dood! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doodblijven
    • Blijf je dood? 


Gangbaarheid