• blanc-·man·ger
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘soort van nagerecht’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1401 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord blanc-manger blanc-mangers
verkleinwoord - -

het blanc-mangero [3]

  1. (voeding) een zoet en hartig gerecht van Perzische en middeleeuwse oorsprong, een soort pap of gelei traditioneel gebaseerd op melk, amandelen of rijst (die de rol van verdikkingsmiddel speelt, vervangen door of toegevoegd tot aardappel- of maïszetmeel) of zelfs exotische ingrediënten (kokosnoot), die wordt gekookt en een soort pudding of vla geeft die wordt gekenmerkt door zijn ivoorwitheid