bindende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bin·den·de
Bijvoeglijk naamwoord
bindende
- verbogen vorm van de stellende trap van bindend
- ▸ Dat de locaties waar onze persoonlijke drama's zich hebben voltrokken in principe de bindende factor zijn.[1]
Werkwoord
vervoeging van: | binden |
bindende
- verbogen vorm van bindend, het onvoltooid deelwoord van binden