• bil·len·knij·pen

billenknijpen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
billenknijpen


onvolledig
  1. in grote spanning verkeren
     Want al in de eerste ronde was het spectaculair in Italië. Zo was het flink billenknijpen voor de mannen van Mercedes. Lewis Hamilton werd vijftiende op het langzaam opdrogende asfalt in Imola. 0,006 seconden scheelde het of hij was al meteen uitgeschakeld in de strijd om een goede uitgangspositie voor de sprintrace van zaterdag. Een snelle eliminatie bleef hem ternauwernood bespaard.[1]
     In een een vreemd slot waarin de scheidsrechter de wedstrijd zelfs nog tijdelijk stillegde, werd het nog extreem billenknijpen voor Volendam.[2]



  1.   Weblink bron “Lezersreacties: ‘Gejuich uit de verloskamer’ en ‘Jaloerse Amsterdammers’” (06-05-2020), Tubantia
  2.   Weblink bron
    Pim Bijl
    “FC Volendam na dertien jaar terug in de eredivisie: ‘Prachtig, met de club uit mijn eigen dorpje’” (22-04-2022), Tubantia