bierhalbezoeker
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bier·hal·be·zoe·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bierhal zn en bezoeker zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bierhalbezoeker | bierhalbezoekers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de bierhalbezoeker m
- gast in een bierhal
Gangbaarheid
- Het woord 'bierhalbezoeker' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.