enkelvoud meervoud
naamwoord biele bielen
verkleinwoord

biele

  1. bijl; een hakwerktuig met een smalle snee en een lange steel die vooral voor het kappen van bomen gebruikt en gewoonlijk met twee handen gehanteerd wordt


biele

  1. bijl; een hakwerktuig met een smalle snee en een lange steel die vooral voor het kappen van bomen gebruikt en gewoonlijk met twee handen gehanteerd wordt


biele

  1. bijl; een hakwerktuig met een smalle snee en een lange steel die vooral voor het kappen van bomen gebruikt en gewoonlijk met twee handen gehanteerd wordt


enkelvoud meervoud
naamwoord biele bielen
verkleinwoord

biele

  1. bijl; een hakwerktuig met een smalle snee en een lange steel die vooral voor het kappen van bomen gebruikt en gewoonlijk met twee handen gehanteerd wordt


biele

  1. bijl; een hakwerktuig met een smalle snee en een lange steel die vooral voor het kappen van bomen gebruikt en gewoonlijk met twee handen gehanteerd wordt


biele

  1. bijl; een hakwerktuig met een smalle snee en een lange steel die vooral voor het kappen van bomen gebruikt en gewoonlijk met twee handen gehanteerd wordt


biele

  1. bijl; een hakwerktuig met een smalle snee en een lange steel die vooral voor het kappen van bomen gebruikt en gewoonlijk met twee handen gehanteerd wordt


biele

  1. bijl; een hakwerktuig met een smalle snee en een lange steel die vooral voor het kappen van bomen gebruikt en gewoonlijk met twee handen gehanteerd wordt