biele
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | biele | bielen |
verkleinwoord |
biele
- bijl; een hakwerktuig met een smalle snee en een lange steel die vooral voor het kappen van bomen gebruikt en gewoonlijk met twee handen gehanteerd wordt
biele
- bijl; een hakwerktuig met een smalle snee en een lange steel die vooral voor het kappen van bomen gebruikt en gewoonlijk met twee handen gehanteerd wordt
biele
- bijl; een hakwerktuig met een smalle snee en een lange steel die vooral voor het kappen van bomen gebruikt en gewoonlijk met twee handen gehanteerd wordt
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | biele | bielen |
verkleinwoord |
biele
- bijl; een hakwerktuig met een smalle snee en een lange steel die vooral voor het kappen van bomen gebruikt en gewoonlijk met twee handen gehanteerd wordt
biele
- bijl; een hakwerktuig met een smalle snee en een lange steel die vooral voor het kappen van bomen gebruikt en gewoonlijk met twee handen gehanteerd wordt
biele
- bijl; een hakwerktuig met een smalle snee en een lange steel die vooral voor het kappen van bomen gebruikt en gewoonlijk met twee handen gehanteerd wordt
biele
- bijl; een hakwerktuig met een smalle snee en een lange steel die vooral voor het kappen van bomen gebruikt en gewoonlijk met twee handen gehanteerd wordt
biele
- bijl; een hakwerktuig met een smalle snee en een lange steel die vooral voor het kappen van bomen gebruikt en gewoonlijk met twee handen gehanteerd wordt