Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·zui·nigd
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van bezuinigen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

vervoeging van: bezuinigen…
verbogen vorm: bezuinigde

bezuinigd

  1. voltooid deelwoord van bezuinigen

Gangbaarheid