Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·zorg·den thuis
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
thuisbezorgen

bezorgden (…) thuis

  1. meervoud verleden tijd van thuisbezorgen
    • Wij bezorgden thuis. 
    • Jullie bezorgden thuis. 
    • Zij bezorgden thuis. 

Gangbaarheid