Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·won·de·ren·de

Werkwoord

vervoeging van: bewonderen
verbogen vorm: bewonderendee

bewonderende

  1. verbogen vorm van bewonderend, het onvoltooid deelwoord van bewonderen

Bijvoeglijk naamwoord

bewonderende

  1. verbogen vorm van de stellende trap van bewonderend
     Haar blik bleef gericht op beide gezichten van haar kinderen, waarop een bewonderende blik lag. 'Kijk, een echte leeuw! ' zei Dennis vol ontzag.[1]

Verwijzingen