bewezen
- be·we·zen
- vervoeging van bewijzen: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) maar met een klinkerwisseling ij-ee (/ɛi/ - /e/)
vervoeging van |
---|
bewijzen |
bewezen
- meervoud verleden tijd van bewijzen
- Wij bewezen.
- Jullie bewezen.
- Zij bewezen.
- Wij bewezen.
vervoeging van: | bewijzen… |
verbogen vorm: | bewezene |
bewezen
- voltooid deelwoord van bewijzen
- ▸ De les was afgelopen, de tijd van plezier maken kon beginnen! Dat dit niet leeftijdsgebonden was, bewezen enkele hoogbejaarde cursisten.[1]
stellend | |
---|---|
onverbogen | bewezen |
verbogen |
bewezen
- van iets dat het met zekerheid is aangetoond
- De stelling van Pythagoras is een bewezen stelling.
- Het woord bewezen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.