• be·weid
  • vervoeging van beweiden: de stam zonder -d omdat de stam al op -d eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van
beweiden

beweid

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beweiden
    • Ik beweid. 
  2. gebiedende wijs van beweiden
    • Beweid! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beweiden
    • Beweid je? 
vervoeging van: beweiden…
verbogen vorm: beweide

beweid

  1. voltooid deelwoord van beweiden