• be·vuild
  • vervoeging van bevuilen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van: bevuilen…
verbogen vorm: bevuilde

bevuild

  1. voltooid deelwoord van bevuilen
     Om haar heen lag braaksel, de achterkant van haar nachtjapon was bevuild.[1]