Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·val aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanbevelen

beval aan

  1. enkelvoud verleden tijd van aanbevelen
    • Ik beval aan. 
    • Jij beval aan. 
    • Hij, zij, het beval aan. 


Gangbaarheid