• be·ten·nel·se
  • Afkomstig van het verouderde Noorse woord  betenne ww  met het achtervoegsel -else
Naar frequentie 18391
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   betennelse     betennelsen     betennelser     betennelsene  
genitief   betennelses     betennelsens     betennelsers     betennelsenes  

betennelse, m

  1. (medisch) ontsteking
    «Årsaken til en betennelse er ofte et angrep utenfra av for eksempel bakterier og virus.»
    De oorzaak van een ontsteking is vaak een aanval van buiten door bijvoorbeeld bacteriën en virussen.


  • be·ten·nel·se
  • Afkomstig van het verouderde Deense woord  betænde ww  met het achtervoegsel -else
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   betennelse     betennelsen     betennelsar     betennelsane  

betennelse, m

  1. (medisch) ontsteking