beten vast
- Geluid: beten vast (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbetə(n) ˈvɑst / (3 lettergrepen)
- be·ten vast
- uit beten (werkwoord) en vast (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
vervoeging van |
---|
vastbijten |
beten (…) vast
- meervoud verleden tijd van vastbijten
- Wij beten vast.
- Jullie beten vast.
- Zij beten vast.
- Wij beten vast.
- Het woord beten vast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.