• be·svær·te
  • Bijvoeglijk gebruik van het voltooid deelwoord van het Noorse werkwoord besvære.
Naar frequentie > 50000

besværte, m / v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van besvært

besværte, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van besvært

besværte

  1. voltooid deelwoord van besvære