Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·stuurs·kun·di·ge
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

bestuurskundige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van bestuurskundig
enkelvoud meervoud
naamwoord bestuurskundige bestuurskundigen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de bestuurskundigev / m

  1. (beroep) iemand met een opleiding in en werkzaam in bestuurskunde

Meer informatie

Gangbaarheid