• be·stod
  • Afleiding van het Deense werkwoord stå met het voorvoegsel be-
Naar frequentie 5587

bestod

  1. verleden tijd van bestå


  • be·stod
  • Afleiding van het Noorse werkwoord stå met het voorvoegsel be-
Naar frequentie 13874

bestod

  1. verleden tijd van bestå


  • be·stod
  • Afleiding van het Nynorske werkwoord stå met het voorvoegsel be-

bestod

  1. verleden tijd van bestå


  • be·stod
  • Afleiding van het Zweedse werkwoord stå met het voorvoegsel be-

bestod

  1. verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van bestå