Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·slis·te mee
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
meebeslissen

besliste (...) mee

  1. enkelvoud verleden tijd van meebeslissen
    • Ik besliste mee. 
    • Jij besliste mee. 
    • Hij, zij, het besliste mee. 

Gangbaarheid