Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·slis mee
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
meebeslissen

beslis (...) mee

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meebeslissen
    • Ik beslis mee. 
  2. gebiedende wijs van meebeslissen
    • Beslis mee! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meebeslissen
    • Beslis je mee? 

Gangbaarheid