beslechten
- Geluid: beslechten (hulp, bestand)
- be·slech·ten
- In de betekenis van ‘een eind maken aan’ voor het eerst aangetroffen in 1503 [1]
- Afgeleid van slechten met het voorvoegsel be-
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
beslechten |
beslechtte |
beslecht |
zwak -t | volledig |
beslechten
- overgankelijk een geschil tot een definitief einde brengen
- Die zaak is nog lang niet beslecht.
- Het woord beslechten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "beslechten" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ "beslechten" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be