Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·ren·nen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
berennen
berende
berend
zwak -d volledig

Werkwoord

berennen [1]

  1. overgankelijk hardlopend afleggen
  2. overgankelijk hardlopend bereiken

Gangbaarheid

39 % van de Nederlanders;
36 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen