Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·reid·de toe
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
toebereiden

bereidde toe

  1. enkelvoud verleden tijd van toebereiden
    • Ik bereidde toe. 
    • Jij bereidde toe. 
    • Hij, zij, het bereidde toe. 


Gangbaarheid