Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·reid toe
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
toebereiden

bereid (...) toe

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toebereiden
    • Ik bereid toe. 
  2. gebiedende wijs van toebereiden
    • Bereid toe! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toebereiden
    • Bereid je toe? 

Gangbaarheid