bemat
- be·mat
- vervoeging van bematten: de stam zonder -t omdat de stam al op -t eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van |
---|
bemeten |
bemat
- enkelvoud verleden tijd van bemeten
- Ik bemat.
- Jij bemat.
- Hij, zij, het bemat.
- Ik bemat.
vervoeging van |
---|
bematten |
bemat
vervoeging van: | bematten… |
verbogen vorm: | bematte |
bemat
- voltooid deelwoord van bematten