belo
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
mannelijk | belo | belos |
vrouwelijk | bela | belas |
belo
- IPA: /bɛlɔ/
- be·lo
belo
- onbezield mannelijk derde persoon meervoud verleden tijd van het imperfectieve werkwoord být
- vrouwelijk derde persoon meervoud verleden tijd van het imperfectieve werkwoord být
- onbezield mannelijk meervoud actief deelwoord van het imperfectieve werkwoord být
- vrouwelijk meervoud actief deelwoord van het imperfectieve werkwoord být