bellettrie
- Geluid: bellettrie (hulp, bestand)
- bel·let·trie
- In de betekenis van ‘(beoefening van de) schone letteren’ voor het eerst aangetroffen in 1881 [1]
- pseudo-Frans
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bellettrie | - |
verkleinwoord | - | - |
de bellettrie v
- de literatuur
- Zij houdt heel erg van bellettrie.
- Het woord bellettrie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bellettrie" herkend door:
38 % | van de Nederlanders; |
30 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "bellettrie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be