belden in
- bel·den in
vervoeging van |
---|
inbellen |
belden (...) in
- meervoud verleden tijd van inbellen
- Wij belden in.
- Jullie belden in.
- Zij belden in.
- Wij belden in.
- Het woord belden in staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.