• be·krui·sen

bekruisen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bekruisen
bekruiste
bekruist
zwak -t volledig
  1. wederkerendzich bekruisen: een kruisteken slaan met de hand over het eigen lichaam
     Dus dat de kerk aan de leiband van Poetin loopt, hoeft niemand te verbazen. In de Sovjet-Unie werd er in de kerk bij alle repressie altijd toch voor toenmalige machthebber Brezjnjev gebeden. Van de andere kant geldt dat ook; er zijn geen politici meer die zich niet af en toe met een camera erbij bekruisen en Poetin gaat zelfs verder: zijn recente verbod op de Jehova’s Getuigen kun je zien als een aardigheidje voor patriarch Kyrill.[2]
70 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Orthodox Rusland schuwt onorthodoxe aanpak niet” (18-12-2017), Reformatorisch Dagblad
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be