Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·kruis·te

Werkwoord

vervoeging van
bekruisen

bekruiste

  1. enkelvoud verleden tijd van bekruisen
    • Ik bekruiste. 
    • Jij bekruiste. 
    • Hij, zij, het bekruiste. 
  2. verbogen vorm van bekruist, voltooid deelwoord van bekruisen