bekruipen
- be·krui·pen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bekruipen |
bekroop |
bekropen |
klasse 2 | volledig |
bekruipen
- overgankelijk op iets of iemand kruipen
- Daarbij wordt soms getongeld, knikjes met de kop gemaakt en kan het vrouwtje bekropen worden.
- overdrachtelijk een gevoel doen krijgen
- Mij bekroop de angstige gedachte dat ik verraden was.
- ▸ Ze negeerde het onheilspellende gevoel dat haar bekroop en zette door.[1]
- Het woord bekruipen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bekruipen" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be