bekommerdheid

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bekommerdheid    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• be·kom·merd·heid

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van bekommerd met het achtervoegsel -heid

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	bekommerdheid	bekommerdheden
verkleinwoord	bekommerdheidje	bekommerdheidjes

Zelfstandig naamwoord

de bekommerdheid v

1. bezorgdheid, gegeneerdheid, zorgelijkheid.

Antoniemen

• onbekommerdheid

Gangbaarheid

• Het woord bekommerdheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.