• be·kijk
enkelvoud meervoud
naamwoord bekijk -
verkleinwoord - -

het bekijko

  1. nadrukkelijke, maar oppervlakkige aandacht van anderen
  • veel bekijks
vervoeging van
bekijken

bekijk

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekijken
    • Ik bekijk. 
  2. gebiedende wijs van bekijken
    • Bekijk! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekijken
    • Bekijk je? 
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be