bekijk
- be·kijk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bekijk | - |
verkleinwoord | - | - |
het bekijk o
- nadrukkelijke, maar oppervlakkige aandacht van anderen
- veel bekijks
vervoeging van |
---|
bekijken |
bekijk
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekijken
- Ik bekijk.
- gebiedende wijs van bekijken
- Bekijk!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekijken
- Bekijk je?
- Het woord bekijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bekijk" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be