behekst
- be·hekst
vervoeging van |
---|
beheksen |
behekst
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beheksen
- Jij behekst.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beheksen
- Hij behekst.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van beheksen
- Behekst!
vervoeging van: | beheksen… |
verbogen vorm: | behekste |
behekst
- voltooid deelwoord van beheksen
stellend | |
---|---|
onverbogen | behekst |
verbogen | behekste |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord
- vervoeging van beheksen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
behekst
- door een heks betoverd
- De man was zo verliefd op de vrouw en deed zulke rare dingen dat het wel leek alsof hij behekst was.
- Omdat "-stst" moeilijk is uit te spreken en te verstaan kan voor de overtreffende trap beter de omschrijving met meest worden gebruikt. [1] [2]
- Het woord behekst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "behekst" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“6.4.3.1.2 Omschrijving van de trappen van vergelijking met meer en meest.” (januari 2019), punt 4 op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Omschreven trappen van vergelijking (algemeen)”, punt 3. op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be