• be·hekst
vervoeging van
beheksen

behekst

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beheksen
    • Jij behekst. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beheksen
    • Hij behekst. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van beheksen
    • Behekst! 
vervoeging van: beheksen…
verbogen vorm: behekste

behekst

  1. voltooid deelwoord van beheksen
stellend
onverbogen behekst
verbogen behekste

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord

  • vervoeging van beheksen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel

behekst

  1. door een heks betoverd
    • De man was zo verliefd op de vrouw en deed zulke rare dingen dat het wel leek alsof hij behekst was. 
  • Omdat "-stst" moeilijk is uit te spreken en te verstaan kan voor de overtreffende trap beter de omschrijving met meest worden gebruikt. [1] [2]
98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]
  1.   Weblink bron
    W. Haeseryn e.a.
    “6.4.3.1.2 Omschrijving van de trappen van vergelijking met meer en meest.” (januari 2019), punt 4 op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
  2.   Weblink bron “Omschreven trappen van vergelijking (algemeen)”, punt 3. op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be