befietst
- be·fietst
- vervoeging van befietsen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van |
---|
befietsen |
befietst
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van befietsen
- Jij befietst.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van befietsen
- Hij befietst.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van befietsen
- Befietst!
vervoeging van: | befietsen… |
verbogen vorm: | befietste |
befietst
- voltooid deelwoord van befietsen
- Het woord befietst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.