beenvreter
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: beenvreter (hulp, bestand)
Woordafbreking
- been·vre·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van been en vreter [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beenvreter | beenvreters |
verkleinwoord | beenvretertje | beenvretertjes |
Zelfstandig naamwoord
de beenvreter m
- ziekte waardoor het gebeente wordt verteerd
Gangbaarheid
- Het woord 'beenvreter' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.