Nederlands

 
1. Enkele beentasters Gracilentulus floridanus   onder de microscoop.
Uitspraak
Woordafbreking
  • been·tas·ters
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de beentastersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord beentaster
     En dan zijn er nog enkele groepen kleine diertjes waar de meeste mensen nooit van gehoord zullen hebben, zoals blinde en bleke springstaartachtigen (wel zes poten, maar geen springvork) die beentasters (Protura) worden genoemd, in dit geval behorend tot het geslacht Eosentomon.[1]
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (dieren) een orde Protura  , geleedpotige bodemdiertjes met zes poten, waarvan de twee voorste als tastorganen worden gebruikt
     Ik probeer alle bodemdiergroepen waar niemand aan werkt voor het voetlicht te brengen, zoals springstaarten, tweestaarten en beentasters. Dat zijn diergroepen met zes poten die desondanks niet tot de insecten behoren, omdat ze hun monddelen in de kop hebben in plaats van erbuiten.[2]
Synoniemen
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron Gearchiveerde versie
    Peter Boer
    Grutten in ringslanghopen in: Natuuronderzoek, jrg. 25 nr. 1 (juni 2015), p. 10 kol. 2/3
  2.   Weblink bron
    Gemma Venhuizen
    “Nuttige griezels, verborgen in de achtertuin” (29 juni 2018) op nrc.nl