bedijken
- be·dij·ken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bedijken |
bedijkte |
bedijkt |
zwak -t | volledig |
bedijken
- overgankelijk voorzien van dijken
- Dat stuk polder werd pas in 1756 bedijkt en voordien was het een kwelder.
- Het woord bedijken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bedijken" herkend door:
63 % | van de Nederlanders; |
61 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be