beangste
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·ang·ste
Woordherkomst en -opbouw
- beangst met de uitgang -e
Werkwoord
vervoeging van: | beangsten… |
beangste
Bijvoeglijk naamwoord
beangste
- verbogen vorm van de stellende trap van beangst
Gangbaarheid
- Het woord beangste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.