bavet
- ba·vet
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bavet | bavetten |
verkleinwoord | bavetje | bavetjes |
- doekje waarop met name een kind kan morsen tijdens het eten of drinken zodat de kleren schoon blijven
- Ik neem mijn textielontwerp bonne-bavette als voorbeeld. Ik ben daarvoor vertrokken van een keukenhanddoek, het meest prozaïsche gebruiksvoorwerp dat je je kunt indenken. Aan de bovenkant heb ik een witte kraag vastgemaakt. Het geheel is een slab voor volwassenen. Het is niet de bedoeling dat designfreaks dat kopen. Ik heb veel liever dat oudere mensen in rusthuizen het dragen. Het geeft hun een groter comfort bij het eten en ze zien er ook nog eens goed uit. [3]
- Evi nam dan weer een bad met haar kleren aan (‘We waren eerst naar een feestje geweest!’) en Jean-Marie eet met een bavet. Billie: ‘Want Christine vindt het niet leuk als hij smost op zijn kleren’. En o ja: hij gaat ook elke morgen pissen in zijn tuin. Of hij dat doet omdat Christine het evenmin leuk vindt dat hij smost op de bril, werd niet gevraagd. [4]
- een ornament van de beroepskledij, dat tegenwoordig gedragen wordt door de magistratuur, de advocatuur en de clerus
- Het woord bavet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bavet" herkend door:
20 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ bavet op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Standaard 31 JANUARI 2011 Rudi Smeets 'Een designer mag een statement maken'
- ↑ De Standaard 10 DECEMBER 2015 Filip Van Ongevalle Als kinderen de gedachten verzachten
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be