bastaarderen
- bas·taar·de·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bastaarderen |
bastaardeerde |
gebastaardeerd |
zwak -d | volledig |
bastaarderen [1]
- overgankelijk (biologie) bastaarden vormen door natuurlijke of kunstmatige bevruchting van twee erfelijk verschillende geslachtscellen
- Het woord bastaarderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.